Van de Autobahn af naar Monschau

Ik voel me op de Franse autoroute meer op mijn gemak dan op de Duitse Autobahn. Rijden op de Autobahn is inspannend. Je denkt dat je er minder tijd op hoeft door te brengen omdat je heel hard kunt rijden, maar het tegendeel is waar.

Duitse woorden

Wel kun je je kennis van het Duits tijdens de rit weer wat opfrissen. De meest voorkomende woorden op en langs de Bahn zijn immers ‘Stau’, ‘Baustelle’, ‘Straβenschäden’ en ‘Lärmschutz’. De middelste baan is erg populair bij veel weggebruikers, waarbij de één heel hard gaat en de ander juist tergend langzaam vooruit kruipt, op halve snelheid soms. Je moet daarom continu extra alert zijn. De autopilot van mijn auto is daarnaast met regelmaat het overzicht kwijt omdat er zoveel tijdelijke strepen zijn getrokken op het wegdek. Kortom, de Autobahn staat voor enerverend rijden.

Er is ook wat ontspanning te melden gelukkig, zodra je de borden ‘Autohof’, ‘Rasthof’ of ‘Raststätte’ volgt. Daar kun je even bijkomen van de razernij. Het mooiste bord op de Autobahn is ongetwijfeld dat met de tekst ‘Ausfahrt’. Je nadert dan je bestemming. Wanneer je de richting van de pijl volgt, en je ineens nog maar 50 kilometer per uur mag rijden, ben je de waanzin van de Autobahn snel vergeten.

Van de Autobahn af

Eifel

In mijn geval duik ik na een rit vanuit Frankfurt meteen de bossen in, waarvan de bomen en struiken in dit vroege najaar nog even lijken te twijfelen of ze de herfstkleuren aan zullen nemen alvorens hun bladeren te verliezen. Ik beland in een groene oase vol rust, op een weg die al kronkelend omhoog en omlaag gaat. Een groen bladerdak overschaduwt heuvels, glooiingen en S-bochten terwijl ik het Nationalpark Eifel nader. Niet veel later verschijnen de bordjes met daarop de naam van de tussenstop: Monschau.

Monschau

De ingang naar het stadje is enigszins lastig te vinden. Een smalle passage (de Bergstraβe) die steil naar beneden gaat en waar de auto maar net lijkt te passen, leidt mij over middeleeuwse klinkers en krappe bochten naar het centrum waar je slechts stapvoets mag rijden. Het liefst zien ze hier helemaal geen auto’s. Toen het stadje werd gebouwd in de 13e eeuw, was er nog geen modern wegennet nodig. Een riviertje doorkruist de nederzetting: de Rur.

De Rur

Ik steek deze over en maak mij uit de voeten, of uit de banden eigenlijk, uit dit stadje van 12.000 inwoners waar je echt onmogelijk kunt circuleren met een motorvoertuig. Net erbuiten zijn drie parkeerplaatsen waar je 7 euro betaalt om 24 uur te parkeren: Burgau (bij de glasblazerij), Austraβe en Laufenstraβe. Het is vanaf daar maar enkele minuten lopen naar het Stadtmitte.

Onmisbaar, de brug over de Rur

Het centrum van dit stadje dat tussen de Eifel en België ligt, bestaat vrijwel louter uit historische panden. Overal kun je winkelen, drinken, eten, verblijven. Ik geniet van een muziekkorps dat vrolijke muziek maakt op straat terwijl de muzikanten er op los dansen.

De Blue Band voor het Rode Huis

Een wandeling over de keien is niet voor iedereen even makkelijk en de verschillende klimmen doen menigeen wat buiten adem raken. Wat je ziet is eveneens adembenemend. Het bruggetje over de Rur, met daarachter de evangelische kerk uit de 18e eeuw en het Rode Huis, vormt een veel gefotografeerd object. De bakken met felgekleurde bloemen en het stromende water langs de panden maken het tafereel enigszins idyllisch en in elk geval pittoresk. Het hoger gelegen kasteel Burg Monschau domineert dit alles al ruim 800 jaar.

Burg Monschau

Bezienswaardigheden

Afhankelijk van hoeveel tijd je hebt, kun je naast de fraaie stadsgezichten verschillende plekken bezoeken in Monschau. De glasblazerij is er één van, maar ook een forum voor fotografie of de mosterdmolen behoren tot de mogelijkheden. Wanneer je over minder tijd beschikt en je keuzes moet maken, is het Rode Huis, dat eigenlijk roze is, een aanrader. Monschau was vroeger (1740-1880) een internationaal centrum voor de lakenindustrie. In dit gebouw uit de 18e eeuw vonden productie en opslag plaats.

De Empire slaapkamer in het Rode Huis

Daarnaast woonde de eigenaar van het textielbedrijf, Scheibler, hier met zijn gezin. De behouden elegante woonruimtes bieden je een prachtige inkijk in het leven van de gegoede burgerij van toen. Ook wordt op eenvoudige wijze het productieproces van allerlei stoffen toegelicht.

Leren kaft van een oud boek met stofstalen

Monschau kreeg zijn huidige naam pas in 1918, in opdracht van de Duitse keizer. Daarvoor was de naam Montjoie. Dat klonk mogelijk te Frans voor een land dat net de eerste wereldoorlog had verloren.

Heb je nog wat meer tijd, klim dan ook naar boven, de heuvel of de berg op, richting de ruïne van de Haller-uitkijktoren. Er loopt een smal pad door de natuur en langs het stadje, met een prachtige uitzicht over alles wat mooi is om te zien.

Uitzicht over het stadje

Grafenkeller

Zelf kom ik tijd tekort, omdat het echt even een tussenstop is voordat ik verder reis. In de avond duik ik in de uit 1597 stammende Grafenkeller van een eeuwenoud en authentiek ingerichte hotel. Hier is het restaurant gevestigd waar ik van de vriendelijke gastvrouw beslist een rumsteak moet proeven met de typische Senf (mosterd) van Monschau. Wanneer ik daarna de houten trap oploop naar mijn kamer, kraakt al het hout om mij heen, alsof het oude pand van Graf Rolshausen nog leeft. Ik kom langs grote haarden, gebruiksvoorwerpen waarvan ik niet eens weet waar ze toe dienen, en houten kisten waar vroeger van alles in werd bewaard. In de dikke muren van het gebouw doe ik het raam open en ik zie dat het in Monschau donker en rustig is.

Het hotel tegenover de kerk

Ietsje later maak ik met de hond een laatste ronde voor de nacht. Achter de Alte Pfarrkirche St. Mariä Geburt en het monument ter nagedachtenis aan de gevallenen tijdens de tweede wereldoorlog, neem ik een smal paadje dat naar boven leidt. Het is doodstil. Ik kom aan bij een klooster en het kasteel. Eén van de torens is verlicht en ik loop er onderdoor. Het is stil en ik kom niemand tegen, ook niet wanneer ik na de burcht afbuig naar rechts en weer naar het centrum loop. Ik hoor de ondiepe Rur op afstand al hard stromen over de keien. Het voelt al bijna vertrouwd.

Toren in de nacht

Fazit

Monschau kan zowel tussenstop zijn als bestemming. In het eerste geval zit je even opgesloten tussen historische monumenten met elk een verhaal. Wanneer het stadje een bestemming wordt, kun je niet ontsnappen aan een paar mooie wandeltochten door die prachtige Eifel.

Langs de Rur

 

Stoppen in Beaune

Beaune. Je ziet het op de borden staan en je rijdt er vervolgens met 130 kilometer per uur langs wanneer je de Autoroute du Soleil volgt. Maar waarom zou je er niet stoppen? Sterker nog: waarom moet je er eigenlijk wél even stoppen? Al was het maar om even de benen te stekken.

Niet met de auto maar wandelen door Beaune

Dat even kan een dagje zijn of langer dan een dag, afhankelijk van hoeveel je wilt zien in dit Bourgondische stadje dat niet alleen bekend staat om de heerlijke wijnen.

Hospices de Beaune vanaf de binnenplaats (c) Frans van de Graaf

De eyecatcher in deze middeleeuwse stad die 150 kilometer boven Lyon ligt, wordt gevormd door de Hospices. In 1443 werd dit armenhospitaal opgericht . Aanvankelijk werd het beheerd door een nieuwe orde, de hospitaalzusters van Beaune. De verschillende zalen, voor armen of welgestelden, de kapel en de binnenplaats worden vandaag de dag niet meer gebruikt voor patiëntenzorg. De Hospices van Beaune zijn een museum geworden, heel toepasselijk een getuige van de geschiedenis van de geneeskunde. De kleurrijke daken met een Vlaams-Bourgondische bouwstijl zijn kenmerkend voor dit historische monument. Je ziet ze echter pas goed wanneer je de binnenplaats betreedt. Van buiten zien de Hospices er (bijna opvallend) sober uit.

Hospices de Beaune vanuit een steegje

Beaune is een stadje in de Côte d’Or, midden in de Bourgognestreek. Het telt slechts 20.000 inwoners. Het betekent feitelijk dat je de auto mag laten staan en te voet op ontdekking kunt gaan. Een perfecte plek om te overnachten is het comfortabele Mercure hotel in Beaune. Het is eenvoudig te vinden, beschikt over een ruime parkeergelegenheid inclusief laadpalen én het ligt tegen het stadscentrum aan. Voor mij persoonlijk is dit altijd de plek waar ik overnacht wanneer ik onderweg ben, en het liefst voor langer dan één nacht. Vanaf het hotel ben je binnen 5 minuutjes wandelen midden in het oude centrum van Beaune.

5 minuutjes lopen naar het historische centrum

Lavoir Saint-Jacques

In de stad zelf kun je wandelen langs de oude stadswallen. Je komt dan vanzelf in de buurt van de Hospices. Ook tref je dan een oude lavoir (wasplaats) aan met de naam Saint-Jacques. Het stamt uit het eind van de 19e eeuw. Het is vaak rustig langs de wallen. Wanneer je het centrum nadert kom je meer terrasjes en restaurants tegen. En die laatste nodigen je natuurlijk uit om de lokale bœuf bourguignon te proeven, gearroseerd zoals ze het daar zeggen met een heerlijke wijn uit de Bourgogne. En waarom niet uit Beaune zelf? De horecagelegenheden ter plaatse vormen echte pareltjes. Indien je toch blijft overnachten, heb je alle tijd en die krijg je dan ook zeker om te eten. Je kunt dan ook met een gerust hart wat van de wijnen proeven.

Even uitrusten langs de stadswallen

Wijn zie je overal in het stadsbeeld. Beaune is immers de hoofdstad van de Bourgognewijnen. De Hospices verkopen jaarlijks hun eigen wijn. Verder zijn er veel wijnhuizen waar je terecht kunt voor alle grote en minder grote wijnsoorten, in normale flessen die de karakteristieke ietwat bolle vorm hebben voor Bourgogne, of in reusachtige flessen die behalve groot ook onbetaalbaar zijn.

Eén van de vele wijnhuizen

Een waar pareltje is het Musée du Livre (avenue de la république): een boekenmuseum. Het is eigenlijk geen museum maar een boekhandel met louter oude boeken. Het zijn niet allemaal gewoon tweedehands boeken maar vooral oude boeken met een verhaal. Het boekenverhaal wordt je vol overgave verteld door de  dame op leeftijd die ik dan maar bibliothecaresse of conservator noem. Ze weet er alles van, vraagt ook waarom je dat ene boek interessant vindt en vertelt je waar het boek vandaan komt. Uiteindelijk ben je in dit winkeltje dat nog kleiner is dan de gemiddelde woonkamer meer tijd kwijt dan in een museum, maar je bent veel impressies en wat prachtige boeken rijker.

Musée du livre

Basiliek Notre-Dame de Beaune

De basiliek Notre-Dame de Beaune staat er al sinds de 12e eeuw. Met dit soort jaartallen besef je nog beter hoe oud dit middeleeuwse stadje is. Met die wetenschap ontdek je veel meer eeuwenoude gebouwen die heden ten dage nog steeds in gebruik zijn, gerestaureerd, in ere hersteld. Stadswandelingen worden ineens nog interessanter omdat je bewust door een geschiedenis loopt van bijna duizend jaar oud.

De basiliek

Doorrijden is zonde. De afrit naar Beaune is er niet voor niets langs die lange autoroute A6. Het is een tussenstop die ook heel veel rust geeft. Beaune is voorts een echt ABC. De A van autoroute en afrit, de B van Beaune en Bourgogne en de C van cultuur en culinair. De D staat dan vanzelfsprekend voor Doen. Of voor het Franse Découvrir (ontdekken).

Elektrische vakantie

Ik ga al jaren niet meer met de auto naar Zuid-Frankrijk. Er is een uitstekende vliegverbinding vanuit Rotterdam naar Toulon-Hyères en ter plaatse heb ik toch geen auto nodig. Dat was ook een afweging toen ik vorig jaar afscheid nam van de Peugeot op diesel en voor een elektrische auto koos: ik hoef er toch geen 1300 kilometer op een dag mee te rijden.

Laden in Frankrijk

Vliegen is leuk en snel, maar soms weer ook te snel. ’s Ochtends ben je nog in Nederland en in de middag lig je al te dobberen in de Middellandse Zee. De geleidelijke overgang naar een ander klimaat en ruigere landschappen miste ik wel wat. De frisse provençaalse geuren en het zingen van de cigales wanneer je zuidelijker komt waardeerde ik des te meer omdat je ze beetje bij beetje herontdekte.

Elektrisch aan de Middellandse Zee

En toen werden we geconfronteerd met COVID-19 en Transavia cancelde spontaan de vluchten in juli. Via Parijs vliegen was nog wel een optie omdat Air France wel op Toulon-Hyères vloog maar het beste alternatief leek toch de auto. De elektrische auto dus. Kennissen die ook elektrisch rijden ruilden deze om met een fossiele auto voor de duur van hun vakantie om horrortaferelen bij de laadpalen te voorkomen. Ik twijfelde. Iedere drie uur stoppen om op te laden zag ik niet zo zitten. Die 550 kilometer autonomie uit de folder haal je namelijk alleen maar in de folder. Aan de andere kant zou ik toch ieder anderhalf uur moeten stoppen voor Plouf, de golden retriever die prima mee gaat in het ruim van het vliegtuig maar vanaf het begin af aan een ontzettende angst heeft voor autorijden.

Plouf op wacht bij de supercharger in Valence

Uiteindelijk koos ik voor het avontuur: met de Tesla naar Zuid-Frankrijk. En om het relaxed te doen, niet opgejaagd te zijn, besloot ik om er voor de eerste keer in mijn leven twee dagen over te doen, met voldoende tussenstops om mens en dier blij te maken. De planner van de auto leerde mij al snel dat de eerste stop in Arlon zou zijn, vlak voor de grens met Luxemburg. En daarna in Metz, in Beaune, Valence en uiteindelijk Toulon (de laatste om de auto nog een laatste keer helemaal op te laden voordat de bestemming wordt bereikt).

Supercharger in Metz

En ach, alles deed het. De superchargers die werden aangegeven op het navigatiesysteem waren er ook en waren in werking. Er waren ook geen wachttijden. Het scherm op de auto gaf heel nauwkeurig aan met hoeveel procent we bij de volgende supercharger aan zouden komen. Toen er in de Ardennen door de heuvels wat batterijvermogen verloren ging kwam het advies om iets rustiger te rijden, hetgeen goed werkte. Geen stress dus. De auto denkt goed na.

Porte du Soleil

Even stoppen onderweg bij die plekken waar je anders altijd in volle vaart voorbij scheurt omdat je geen tijd hebt, was een verademing. De Porte du Soleil en het fort van Mornas konden na al die jaren eens rustig bezichtigd worden.

Uitzicht vanaf het fort van Mornas op de Autoroute du Soleil

Op de heenweg sliepen we in het Novotel van Valence-Sud, met uiteraard een supercharger op het terrein. Hoe relaxed is zo’n tussenstop wanneer je ’s avonds op een terras langs een beekje vol met bevers en eenden kunt dineren? Op de terugweg was het stadje Beaune aan de beurt. Ook het Mercure hotel aldaar heeft superchargers op het terrein en ligt ook nog eens op 5 minuten lopen van het prachtige historische centrum. In deze stad in de Bourgogne moet je wel even aan de fameuze wijnen proeven en op z’n minst de buitenkant van de middeleeuwse Hospices bezoeken. Wat langer over de reis doen heeft beslist z’n voordelen. En als je het op deze manier doet begint die vakantie daadwerkelijk op het moment dat je de voordeur van je huis achter je dichttrekt.

5 minuten naar het historische centrum van Beaune

De superchargers langs de Autoroute du Soleil liggen wel een klein stukje van de snelweg af. Je moet dus even van de Péage af en door het poortje heen. Als je gebruik maakt van een BIP & GO is dat een kleine moeite. Met 30 kilometer per uur gaat de slagboom vanzelf open en hoef je niet eens te wachten. En hoe stoer is het niet om wanneer je weer invoegt op de snelweg, meteen na de slagboom, daar waar het mag, flink gas te geven. Binnen 3 seconden rijd je dan weer boven de 100 kilometer per uur en laat je alle andere auto’s achter je. Elektrisch rijden heeft naast wat nadelen ook zo z’n voordelen. Om maar te zwijgen van oplaadkosten versus benzine of diesel of van de belasting voor het milieu.

Hospices van Beaune

En als je mij nu na deze vakantie vraagt of ik volgend jaar ga vliegen of rijden, dan kies ik meteen weer voor rijden. Ik heb onderweg nog meer tussenstopjes gezien die ik wil aandoen en ik wil nog een keer naar Beaune. Dit jaar waren alle restaurants helemaal vol waardoor we (overigens heerlijk) in het hotel hebben gedineerd. Voor volgend jaar reserveren we vooraf een leuk restaurant in het centrum. En Plouf? Die vond het niet heel erg leuk in de auto maar ze genoot des te meer van de vele stops.

Aangekomen op de bestemming

Van autoroute tot waterroute

De oude Romeinen snapten het belang van goede wegen voor de binnenlanden. Zij legden een wegenstelsel aan van maar liefst 150.000 kilometer lang: de Via Romana. Natuurlijk zijn de paden van toen niet te vergelijken met de autoroutes van vandaag maar ze dienden wel hetzelfde doel: de afstand over de weg tussen verschillende plaatsen zo kort mogelijk maken. Eén van die plaatsen was natuurlijk Rome, de hoofdstad van het Romeinse rijk. Niet voor niets zegt men dat alle wegen naar Rome leiden. Maar ook in Gallië en Iberië verscheen een indrukwekkend wegennet.

Arena van Nîmes

De oudste weg die op professionele wijze werd aangelegd was de Via Domitia, ruim honderd jaar voor Christus. Deze verbond Italië met het huidige Spanje en voerde onder meer langs de Franse stad Nemausus die tegenwoordig Nîmes heet. Toen al was het een grote en belangrijke stad hetgeen onder andere blijkt uit de grote arena die daar bijna 2.000 jaar geleden werd gebouwd. Vandaag telt Nîmes 150.000 inwoners en de autoroutes A9 en A54 komen er op uit. Een tussenstop in die Zuid-Franse stad is als een avontuur door een goed bewaard Romeins verleden. De schatten liggen op straat (tempel, arena) en in musea.

Pont du Gard

Naast karrenpaden en verbindingswegen stonden de Romeinen ook bekend om hun waterwegen. Dit betreft niet zozeer de rivieren waar de natuur voor heeft gezorgd, maar de aquaducten die een constante stroom drinkwater moesten garanderen voor de steden. Eén van die technische vernuften staat nog steeds ten noordoosten van Nîmes, op een paar kilometer afstand van de autoroute A9. Het is de Pont du Gard die bijna 2.000 jaar terug onderdeel was van een 50 kilometer lang waterstelsel ten behoeve van Nîmes. Je kunt er een korte tussenstop houden maar het imponerende bouwwerk is ook zeker een dagtrip waard. Het is opengesteld voor het publiek en in het riviertje de Gardon dat er onderdoor stroomt kun je heerlijk zwemmen. Restaurants en terrasjes in de nabijheid bieden je de gelegenheid om ultiem te relaxen.

Pont du Gard en de Gardon

Wanneer je bovenop het 49 meter hoge gevaarte staat kijk je uit over de regio de Gard. In vogelvlucht bevind je je hier op slechts 50 kilometer van de Middellandse Zee. Naar het zuiden ligt de Camargue, bekend om de wilde paarden en de flamingo’s, en Aigues-Mortes, een vestingstadje uit de vroege middeleeuwen. Hier wordt al sinds de Romeinse tijd zout gewonnen. Een tussenstop wordt al snel een verblijf van een paar dagen indien je alles wilt ontdekken, inclusief de badplaatsen in de Gard waarvan Le Grau du Roi wel de meest bekende is. Het is het mooie Zuid-Frankrijk maar net voordat de Provence en de Côte d’Azur beginnen. 

Aigues-Mortes

Leuk als uitje en als tussenstop: de kerstmarkt van Lille

Het is maar een heel korte snelweg van de Frans-Belgische grens naar Lille. De A22 is bijna 50 jaar oud en telt slechts 11 kilometers. En na dat korte stuk asfalt in het noorden van Frankrijk rijd je Lille binnen, een prachtige stad die stamt uit de 11e eeuw.

In vol ornaat

In het centrum is nu de traditionele kerstmarkt aan de gang. Op de Grand’ Place staat de Roue Royale, het grote rad van waaruit je de stad nog beter kunt zien. Parkeren kun je onder dit plein in het centrum, maar wanneer je de auto parkeert in de garage van Gare Lille-Flandres, zit je ook erg dichtbij de binnenstad maar vooral een stuk dichterbij de uitvalswegen. Dat kan een hoop ergernis schelen wanneer je niet houdt van verkeersopstoppingen, stoplichten en eenrichtingsverkeer.

Kerstman en kerstvrouw

De Marché de Noël is er dit jaar tot 29 december. Op het nabij gelegen plein, Place Rihour, staan de kerststalletjes. Daar kun je lekkernijen kopen, wafels eten, glühwein (of vin chaud) drinken. De geur van gepofte kastanjes komt je tegemoet terwijl je op zoek gaat naar allerlei kleine snuisterijen die leuk staan op de schoorsteenmantel of die je thuis aan de wand kunt hangen. Ook hier doet Lille zijn naam van brocante-stad eer aan. In het winkelrijke gebied tref je veel antiekzaakjes waar je van alles en nog wat kunt kopen, van oude boeken tot meubels.

Op de Place Rihour

De kerstmarkt zelf is weliswaar niet heel groot, maar wel oergezellig. Mensen zijn vrolijk en er klinkt kerstmuziek. Naast de vele winkels in het centrum staat in Lille het beroemde museum Palais des Beaux-Arts, na het Louvre het grootste museum van Frankrijk. De collecties van onze Rembrandt, Van Gogh en Rubens liegen er niet om.

Ook vind je volop gelegenheden om lekker te eten in Lille. De maaltijden worden, noblesse oblige, niet enkel geserveerd met wijn maar ook met Belgische bieren. Vroeger heette Lille immers Rijsel. Voordat de Franse zonnekoning het in de 17e eeuw veroverde, was de stad Vlaams. Dat zie je tevens terug in de architectuur. Een sprekend voorbeeld hiervan is de oude beurs aan het grote plein.

Het oude beursgebouw

Lille is een winkelstad bij uitstek. Wanneer je jezelf wilt trakteren op wat kerstcadeaus is het warenhuis Au Printemps een aanrader. Parfums, kleding, serviezen: alles is er mooi. Als buitenlander kun je bij de klantenservice op vertoon van je paspoort een kortingspas krijgen. Een week lang heb je dan 10% korting op een groot deel van het assortiment. Een mooi kerstcadeau.

Gondels in het rad

Een tussenstop of een lange stop? Lille heeft genoeg te bieden voor het laatste, maar een dag is toch wel het minste wat je de stad verschuldigd bent. En je bent er zo, zeker wanneer je ziet wat je ervoor terug krijgt.

Hotels Lille voor tussenstop of weekendje weg

Er zijn talloze leuke hotels en appartementen in Lille voor één of meer overnachtingen. Bekijk het aanbod op Booking.com en boek met gemak.

bekijk hotels in de buurt van Lille via Booking.com

Alle wegen leiden naar Parijs: geniet van een dag Parijs als tussenstop

Frankrijk kent maar liefst 12.000 kilometer aan autoroutes. Een deel daarvan hebben een péage, sommige weer niet. Maar veel van de autoroutes komen uit bij de hoofdstad Parijs, waar de nodige auto’s worden opgenomen door de Boulevard Périphérique, de rondweg door Parijs die menig toerist zweethanden bezorgt.

Eenmaal deze drukke ring achter de rug, en indien je de juiste afslag hebt weten te nemen, bevind je je in de Franse lichtstad, die meer dan 1.500 hotels in allerlei categorieën in de aanbieding heeft. Wanneer je op weg bent naar je vakantiebestemming is dit het moment om een dag Parijs te vertoeven, je auto even achter te laten en in heel korte tijd toch heel veel van de stad te zien. Het levert je onuitwisbare indrukken op.

Parijs in een dag

Een dag Parijs optimaal beleven? De dagtrip kun je beginnen bij de indrukwekkende Arc de Triomphe. In navolging van de Romeinse keizers liet Napoleon Bonaparte aan het begin van de 19e eeuw deze triomfboog bouwen. Hij staat op de Place de l’Étoile, een grote rotonde die vooral bij buitenlandse automobilisten berucht is. Verkeersregels lijken hier niet van toepassing te zijn. Gelukkig voor de voetgangers is er een tunneltje naar de grote boog. Onder het monument ligt het graf van de onbekende soldaat uit de Grote Oorlog van 1914-1918. Daarnaast brandt de eeuwige vlam, ter nagedachtenis aan de gevallenen tijdens de twee wereldoorlogen. Je kunt de Arc ook van binnen bezoeken, tot op het dak, maar dat kost uiteraard tijd.

Arc de Triomphe
Arc de Triomphe
Eeuwige vlam en Champs-Elysées
Eeuwige vlam en Champs-Elysées

Vanaf de Arc de Triomphe zie je in de verte de  Obelisk staan, en in het verlengde daarvan de kleine Arc de Triomphe du Carrousel, en tenslotte het Louvre. Je loopt vanzelf in die richting wanneer je flaneert over de Champs-Elysées, de meest bekende boulevard van Parijs met veel bekende en dure winkels. Ook bekende automerken hebben hier hun showrooms en in die van Renault kun je naast het kijken naar innovaties ook nog eens goed eten. Fouquet’s is een chique terras waar je eens iets zou moeten gaan drinken, gewoon om er geweest te zijn, ook al is het relatief duur.

Details van de Arc
Details van de Arc

Invalides

Voordat de begroeiing begint in de vorm van een smal park, loopt er naar rechts een weg tussen twee paleizen door naar de Alexandre III brug, die wordt beschouwd als de mooiste van Parijs. De twee paleizen herbergen wisselende tentoonstellingen. Na de prachtige brug over de Seine ligt de Esplanade des Invalides, een groot plein met aan het einde een indrukwekkend gebouw met een reusachtige koepel. Onder deze koepel ligt Napoleon Bonaparte begraven, in een grandioos praalgraf.

Dôme des Invalides
Dôme des Invalides
Het graf van de keizer

De keizer die na Waterloo verbannen werd naar Sint-Helena en daar ook overleed had het zelf aangegeven: “Ik wens dat mijn overblijfselen rusten langs de oevers van de Seine, te midden van dat Franse volk waar ik zo van heb gehouden”. In het Musée de l’Armée naast de koepel vind je honderden jaren Franse wapenhistorie terug en ook vele attributen die aan Napoleon hebben toebehoord, waaronder zijn opgezette schimmel Vizir.

Het paard Vizir
Het paard Vizir

Concorde en Tuileries

Na een kort bezoek loop je terug naar de Champs-Elysées. Sla daar dan rechtsaf en vervolg de weg naar de Place de la Concorde. De grote obelisk van Luxor midden op het plein, dat in 1830 werd geschonken door de onderkoning van Egypte, is van verre zichtbaar. Van dit punt zie je rechts de Kamer van Afgevaardigden, en links, aan het einde van de straat, de grote kerk Madeleine. In deze straat bevindt zich het restaurant Maxim’s dat ooit, en misschien nog steeds wel, het beste restaurant van de Franse hoofdstad was. Wanneer je doorloopt over de zebrapaden beland je in de Tuileries, een mooi park waar tijdens de Franse revolutie de guillotine stond. Je kunt er een stoel pakken en naar de vijvers kijken of kleine houten bootjes huren om mee te spelen. Verschillende paviljoens bieden eten en drinken aan. En aan het einde van het park passeer je de kleine Arc de Triomphe du Carrousel en zie je het immens grote Louvre voor je liggen.

De Madeleine
Doorkijk vanaf de Place de la Concorde

Het Louvre is het meest bezochte museum ter wereld en de ingang bevindt zich onder glazen piramides. Vroeger was dit een koninklijk paleis, totdat Lodewijk XIV, de zonnekoning, besloot om als koninklijke residentie het paleis in Versailles te bouwen. Een bezoek aan het museum neemt meerdere dagen in beslag en er staan heel wat echte pronkstukken. De Mona Lisa van Leonardo da Vinci en de Venus van Milo zijn daar slechts twee van. Ook de Joyeuse, het zwaard waarmee de Franse koningen werden gekroond, is van onschatbare waarde. Er zijn maar liefst 300.000 werken in het bezit van dit museum, terwijl er maar een beperkt deel wordt geëxposeerd, tien procent naar men beweert.

Venus van Milo
Arc de Triomphe du Carrousel en ingang van het Louvre

Voorbij het Louvre kun je langs de Seine doorwandelen tot de Île de la Cité, het eiland waar de befaamde Notre-Dame op is gebouwd. Je kunt in de kerk smalle trappetjes omhoog nemen om te ontdekken waar in de roman van Victor Hugo de antiheld Quasimodo leefde. Dat boek kun je ongetwijfeld vinden in één van de vele boekenstalletjes die daar langs de Seine staan opgesteld.

Notre-Dame de Paris

Trocadéro: uitzicht op de Eiffeltoren

Tegen het einde van de dag is het moment aangebroken om de métro te nemen naar Trocadéro. Wanneer je daar boven de grond komt loop je tussen de twee paleizen van Chaillot door, op een plateau dat omgeven is door beelden en dat een onneembaar uitzicht biedt op de Eiffeltoren. Deze stalen kolos, die tegen de oorspronkelijke bedoeling in is blijven staan na de wereldtentoonstelling van 1889, staat in het verlengde van vele fonteinen en beelden, aan de overkant van de Seine. Je kunt zowel lopend als met de lift naar de eerste of de tweede verdieping, en dan met de lift naar het topje, ruim 300 meter hoog. Op de eerste verdieping is een reusachtige glasplaat ingelegd waar je overheen kunt lopen om je hoogtevrees of hoogteangst echt op de proef te stellen. De wachtrijen zijn vaak erg lang dus indien je Parijs in een dag doet, zul je je tevreden moeten stellen met een vluchtige blik.

Eiffeltoren

Ville-lumière

Na al die uren slenteren kom je al snel aan het einde van de dag Parijs en wordt het donker. Als je de avond nog tot je beschikking hebt, staat de métro klaar om je mee te nemen naar Montmartre, naar de halte Anvers. Vanuit de rosse buurt kun je naar boven lopen, verder naar het noorden van de stad, en via lange trappen uitkomen voor de basiliek Sacré Cœur. De kerk kun je ook ’s avonds bezoeken alvorens neer te strijken in één van de restaurants langs of in nabijheid van de Place du Tertre. Jaren geleden was dit hét pleintje waar kunstenaars uit de stad zich verzamelden om te schilderen of te tekenen. Tegenwoordig heeft de horeca de vierkante meters overgenomen en lopen er een aantal portrettekenaars rond die niet het talent of de charme hebben van de artistes van toen. Maar de eetgelegenheden zijn prima en wanneer je na afloop van de maaltijd van tafel gaat en weer naar de kerk loopt, heb je vanaf de heuvel Butte Montmartre een adembenemend uitzicht over de stad. Alle grote monumenten die je in een dag tijd hebt gezien, steken boven de skyline uit, in zacht licht. Dan begrijp je ook waar Parijs de naam Lichtstad aan te danken heeft.

De Sacré-Coeur

Parijs in een dag! Mocht je meer tijd hebben, dan kun je hetzelfde parcours afleggen en de tijd nemen om overal op of in te gaan. Mocht dat echt niet lukken, dan ben je na afloop van die ene dag Parijs behalve moe, ook zeker voldaan. Dan is het tijd voor een hotel in de stad of langs de autoroute.

Heb jij nog meer goede ideeën om te zien en te doen in een dag Parijs? Deel het en laat een reactie achter!

Tip: Wijn kopen na de eerste kilometer autoroute

Geen Frankrijk zonder wijn en geen wijn zonder Frankrijk. Per jaar produceert het land een kleine 50 miljoen hectoliter van deze drank. 2017 was overigens een bijzonder slecht jaar met slechts 35,6 miljoen hectoliter. Dit werd mede veroorzaakt door vorst in het voorjaar en een aanhoudende droogte in de zomer. Lees meer over wijn kopen langs de snelweg.



France

Rood, wit en rosé zijn woorden en wijnen die we vaak in de mond nemen. We noemen streken als het Rhônedal, de Bourgogne, de Provence en natuurlijk de omgeving van Bordeaux. Er is nog zoveel meer. Wanneer je op de autoroute du soleil in de richting van het zuiden rijdt zie je na Lyon de wijngaarden langs de Rhône. Boven Lyon, in de buurt van Dijon, staan grote namen op borden langs de snelweg. Nuits Saint-Georges, Mâcon, Gevrey Chambertin: illustere wijnen.



Sortie 17a

Sortie 16

Maar je hoeft niet zo ver te rijden om de wijnen te proeven of te kopen. De autoroute A22 is slechts 11 kilometer lang en begint bij de grens met België, na Kortrijk en Moeskroen. De wegwerkzaamheden aan de grens die lange tijd hebben geduurd zijn nu afgerond, en je rijdt zo Frankrijk in. Na amper een kilometer wijst afrit 17a je de weg naar het Centre commercial van Roncq (vanuit Lille is het afslag 16). Naast andere winkelcentra als het nieuwe Promenade de Flandre en een immens grote Decathlon, staat hier de shopping mall Auchan. Van heinde en verre komen mensen er hun wijn kopen.



De voorkant van Auchan

Een zij-ingang

Auchan is een grande surface, een supermarkt dus. Met meer dan 70 kassa’s mag deze winkel zich groot noemen. En Auchan in Roncq heeft een formidabele wijnafdeling. Duizenden en duizenden flessen van allerlei soorten wijn liggen hier in de schappen terwijl er altijd weer bijzonder interessante aanbiedingen zijn. Voor de fijnproevers is er ook een kleinere afdeling met wat exclusieve wijnen. Voor degene die niet echt een kenner is maar toch lekkere en betaalbare wijnen mee wil nemen, is er de Sélection Auchan. De flessen zijn herkenbaar aan een kartonnen label rondom de hals. Het is moeilijk om je voor te stellen dat er zo’n hoeveelheid aan verschillende soorten wijn in één supermarkt staan. Totdat je het ziet.



De rode wijnen

Er staat zo veel dat je ook veel mee zou willen nemen. Indien het voor eigen gebruik is, hoeft er per persoon voor een hoeveelheid tot 90 liter wijn (waarvan maximaal 60 liter mousserende wijn) geen accijns betaald te worden. Hiernaast mag er ook nog 110 liter bier én 20 liter likeurwijn én 10 liter sterke drank worden ingevoerd. Gelet op het feit dat de meeste wijnflessen een inhoud van 75 cl hebben, kun je al snel 20 dozen wijn per persoon in de auto meenemen. Voor eigen gebruik dan.



De exclusieve wijnen

Alleen al voor de wijn is de rit lonend. De keuze en de prijs van de wijnen is aantrekkelijk, aanlokkelijk zelfs. Vanuit Utrecht is het maar 240 kilometer rijden. Het is hiernaast een mooie tussenstop na een verblijf in Parijs of na een bezoek aan het nabijgelegen Lille.



Restaurant 3 Brasseurs

In het winkelcentrum zijn nog meer boutiques en een aantal eetgelegenheden, waaronder de 3 Brasseurs, met een prima kaart en een gezellig interieur. Nederlands of Vlaams wordt er niet gesproken door de medewerkers van het winkelcentrum, maar overal staan wel borden met de tekst ‘Bienvenue – Welkom’, voor zowel de Franse als de Vlaamse gasten. En die laatstgenoemden komen voornamelijk voor al die wijn langs de snelweg.



Proost!

Autovakantie route tip: Geniet van de Autoroute de la mer!

Op zoek naar mooie autovakantie route tip? Van Parijs naar Lyon en van Lyon naar Marseille slingeren de autoroutes A6 en A7 maar liefst 767 kilometer lang naar het zuiden van Frankrijk. Steden, wijngaarden en rivieren gaan aan je voorbij. Deze snelweg die even een onderbreking vindt in de stad Lyon, wordt de autoroute du soleil genoemd. Eigenlijk is het ook de autoroute de la mer. De tolweg leidt namelijk niet alleen naar de zon maar ook naar de Middellandse Zee.

Mare Nostrum

Mare Nostrum

Deze zee werd door de Romeinen liefkozend de Mare Nostrum genoemd (onze zee) terwijl de Fransen haar de naam Grande Bleue geven (grote blauwe). Op slechts een kilometer afstand van deze grote blauwe zee eindigt de autoroute du soleil.

Na Lyon begint de A7 en terwijl je langs de Rhône rijdt voel je aan alles dat je in de buurt komt van het zuiden. De temperatuur wordt hoger, het ruikt anders en het landschap gaat van heuvelachtig over op lage bergen in vele kleuren. Ook verschijnen er cipressen en lavendel langs de snelweg. Het bewijs dat je de weg naar de zon aan het nemen bent wordt geleverd door het kunstwerk La Porte du Soleil, nabij de afslag Savasse. Een paar treden, een ronde opening, en daarachter staat de zon! Iets verder nog ligt Montélimar waar de beste noga van Frankrijk wordt vervaardigd. De winkel van het Autogrill-restaurant op de rustplaats heeft beslist de ruimste keuze in heel Frankrijk.

Forteresse de Mornas

Forteresse de Mornas

Nog iets verder naar het zuiden ligt dan bovenop de steile kliffen aan de linkerkant het fort van Mornas dat uit de 11e eeuw stamt en is opgetrokken in hetzelfde gesteente als het dorpje dat beneden ligt. Heraldische vlaggen wapperen in de zwoele wind terwijl de autoroute verder leidt naar de Middellandse zee: nog maar 125 kilometer te gaan!
Af en toe verschijnt de blauwe massa in de verte op het moment dat je een hoogte bereikt. De zonnestralen zorgen dan voor een zilveren of gouden weerspiegeling op de azuurblauwe oppervlakte. In de zomer geven de cigales op de parkeerplaatsen een oorverdovend concert, als een warm welkom voor de vakantie. Iedere tussenstop langs deze autoroute du soleil heeft wel wat te bieden.

Eindpunt: Snorkelen en duiken in de Middellandse zee bij Marseille

Barracuda’s

Barracuda’s

De tussenstop die echter wel eens wordt overgeslagen is die van de Grande Bleue. Flaneren langs het water of genieten van het strand doen we allemaal wel, maar in en onder die grote blauwe is nog zoveel meer te zien. Het water is helder en rijk aan leven. Op een klein stukje uit de kust zwemmen ongevaarlijke barracuda’s in scholen van honderden tegelijk op een paar meter diepte onder de oppervlakte. Ze zijn zilver van kleur en zwemmen met elkaar tegen de stroming in. Bruine tandbaarzen, groot en nieuwsgierig, zijn terug van weggeweest. Ze waren vrijwel uitgestorven maar gedijen weer volop langs de kust. Oranje vlaggenbaarsjes zijn de oudste inwoners van deze zee en bewegen met duizenden door het water heen.

Zij aan zij met een bruine tandbaars

Zij aan zij met een bruine tandbaars

Snorkelen, duiken … de Middellandse zee leent zich er bij uitstek voor. Alleen moet je met de duikbril wel in de buurt van rotsen op zoek gaan naar al die onderwaterbewoners. Op zandvlaktes zonder begroeiing zul je weinig ontdekken. Maar het snorkelen wordt al snel beloond met rode of oranje zeesterren, met girelles die brutaal om je heen dartelen en scholen goudgestreepte zeebrasems die zich voeden met het neptunusgras op de bodem. Deze planten zorgen voor zuurstof in de zee. Zeker in de zomermaanden is het water warm genoeg, ook al kan de mistral uit het Rhônedal wel eens voor wat afkoeling zorgen. In de winter daalt de watertemperatuur niet onder de 14 graden.

Autoroute du soleil of autoroute de la mer: zowel de reis als de eindbestemming vormen een beleving. De kunst is om er de tijd voor te nemen en ook eens onder te duiken.

Enthousiast over deze autovakantie route tip? Plan je autovakantie en tussenstop overnachtingen direct:

Verblijf van overleden Franse superster Claude François populair

Veertig jaar geleden verongelukte het muziekidool Claude François. In de jaren 60 en 70 stond hij voortdurend bovenaan de Franse hitlijsten en zijn muziek kreeg zelfs wereldfaam nadat hij het nummer ‘Comme d’habitude’ schreef. Dit lied kreeg later planetaire roem onder de titel ‘My way’. Aan het einde van zijn carrière lanceerde Claude François, die nog steeds vaak liefkozend Cloclo wordt genoemd, de discomuziek. Jong en oud worden vandaag de dag nog tot de dansvloer aangetrokken wanneer zijn discohits van toen uit de luidsprekers klinken.

Frankrijks superster (c) Club Claude François Mallemoisson

Op 11 maart 1978 verongelukte Cloclo op 39-jarige leeftijd. Hij werd geëlektrocuteerd in de badkamer van zijn appartement in Parijs. 67 miljoen platen verder en 150 biografieën later is hij nog steeds de artiest die de muziekscene uit zijn tijd heeft gedomineerd en gemarkeerd. Zijn nummers worden nog immer gecoverd en zijn dood geldt voor veel Fransen als hét evenement uit dat jaar 1978.

Park bij de molen

Park bij de molen

Claude François bezat een buitenverblijf net ten zuiden van Parijs. Het was een oude middeleeuwse watermolen omgeven door een mooi park die hij vanaf 1964 helemaal liet verbouwen. In deze kleine oase van geluk bracht hij zijn weekenden door. Het dorpje Dannemois waar deze zich bevindt had hij onder andere uitgekozen omdat het dicht bij Parijs én dicht bij de snelweg lag. De afrit bevindt zich namelijk net voor de tolpoort van de A6, afrit 13 Milly-la-Forêt. Dat was slechts 55 kilometer rijden vanaf zijn appartement in de hoofdstad.

Eén van de salons (c) Moulin de Dannemois

Eén van de salons (c) Moulin de Dannemois

Het was hier, aan de rand van het buitenzwembad, dat hij in 1967 dat wereldberoemde ‘Comme d’habitude’ schreef. 2.000 artiesten waaronder Frank Sinatra namen het lied na hem op, in allerlei talen en versies. Het was ook hier dat hij af en toe kon genieten van een moment van rust en van privacy, dat hij heel even kon ontsnappen aan de roem en de hordes fans die hem overal achtervolgden. De residentie had echter 17 gastenkamers die in de weekenden vaak gevuld waren met vrienden uit de showbusiness. Heel veel rust gunde de artiest zich uiteindelijk niet.

Zwembad en molen

Zwembad en molen

Na zijn dood werd de zanger begraven in het dorpje. De molen bleef nog enige tijd bewoond door zijn moeder maar daarna raakte het domein beetje bij beetje in verval. In de jaren 90 uiteindelijk werd het landgoed opgekocht door een echtpaar, fans van Claude François, en die besloten om de molen en de tuinen in oude glorie te herstellen. De molen werd gerestaureerd, oorspronkelijke meubels werden teruggekocht of uit de opslag van de familie gehaald, en na verloop van tijd kreeg de Moulin de Dannemois zijn oorspronkelijke grandeur en splendeur terug. Het was alsof Cloclo even afwezig was en ieder moment kon verschijnen.

Graf van de zanger

Graf van de zanger

Vandaag is de watermolen open voor het publiek. Niet minder dan 400 bezoekers komen iedere week een kijkje nemen in het huis van de superster. Zijn slaapkamer is nog net als toen, in zijn badkamer staan zijn toiletartikelen uitgestald en de verschillende woonkamers zijn precies zoals hij ze heeft achtergelaten. Een klein museum toont kostuums en voorwerpen die hem hebben toebehoord. In het hoofdgebouw is nu ook een restaurant ondergebracht met een groot podium waarop regelmatig shows worden georganiseerd met een lookalike. Deze zijn al maanden tevoren uitverkocht. De Cloclomania, zoals deze wordt genoemd in Frankrijk, is nog lang niet ten einde. Claude François liep qua muziek zo voor op zijn tijd, dat de tijd hem nog steeds niet heeft ingehaald.

Ingang van de molen

Ingang van de molen

Op slechts 4 kilometer van de snelweg af, aan het einde van een weg die tussen de velden voert, ligt het dorp Dannemois. Daar ligt de kans om een intiem kijkje te nemen in het leven van Claude François, Frankrijks superster.

Claude François, Frankrijks superster

Claude François, Frankrijks superster

Deze maand verschijnt de eerste Nederlandstalige biografie over Claude François.

Mooi: de A84 langs de Mont Saint-Michel

De 170 kilometer lange autoroute A84 van Caen naar Rennes werd in 2003 geopend. Het gebruik van deze snelweg kost geen tolgeld omdat er geen goede gratis alternatieven langs deze route liggen. De A84 is de grote weg die van Normandië naar Bretagne leidt.

Kaart mont saint michelNog net in Normandië, vlak voordat je Bretagne binnenrijdt, kondigen de bruine borden langs de weg de Mont Saint-Michel aan. Daarop staat de tekening van een rotseiland in de zee met bovenop een markante kerktoren. En dat is ook precies wat deze grote Normandische granietsteen voorstelt.


Mont Saint-Michel in volle glorie

Mont Saint-Michel in volle glorie




Het kleine eilandje met een omtrek van maar 960 meter en een hoogte van 92 meter ligt in het deel van de Atlantische Oceaan dat de Manche heet, heel dicht tegen de Franse kust aan. Soms is het een eiland en dan weer trekt het water zich terug waardoor er rondom de rots uitgestrekte zandvlaktes ontstaan. Het getijverschil is hier enorm: 13 meter. Het eiland staat vaak droog maar bij springvloed wordt het helemaal omgeven door de zee.


De Mont langs het water

De Mont langs het water




Dit stukje rots staat op nummer 3 van de toeristische bestemmingen in Frankrijk. Jaarlijks komen er 2,5 miljoen bezoekers en dat terwijl de Mont Saint-Michel maar 42 inwoners telt. Het is bewoond sinds het jaar 709, toen er eerst een soort kapel verscheen die door de eeuwen heen uitgroeide tot een grote abdij. Deze bepaalt nog steeds het beeld van het dorpje. De abdij werd door de tijd voornamelijk bewoond door Benedictijnse monniken en tegenwoordig huizen er de Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem, een vrij jonge orde.


Hoog op de rotsen

Hoog op de rotsen




In 1879 werd het eilandje met de kust verbonden middels een dijk. Met de jaren werd deze dijk er de oorzaak van dat het water tussen eiland en vasteland beetje bij beetje dichtslibde. In 2015 werd de verzanding tegengegaan door de dijk af te breken en te vervangen door een brug. Vroeger nog kon je op bepaalde momenten de auto in de buurt van deze rots parkeren. Wanneer je auto dan te lang bleef staan liep je het risico dat hij verzwolgen werd door de opkomende vloed. Tegenwoordig ligt de parkeerplaats wat verder van de zee vandaan en word je met shuttles van en naar de Mont gebracht.


Ingang van de abdijkerk

Ingang van de abdijkerk




Smalle en eeuwenoude straatjes

Smalle en eeuwenoude straatjes




De Mont Saint-Michel bezoek je dus al wandelend. Smalle straatjes leiden je naar boven, langs kloostergebouwen en kapellen terwijl de gotiek er vanaf straalt. De hoge verdedigingswallen maken indruk en de abdijtuinen bieden wat rust. Binnen kijken, buiten kijken, het is allemaal mogelijk. Van bovenaf heb je een prachtig uitzicht over de zee of over grote en tijdelijke zandvlaktes.


De abdijtuin

De abdijtuin




Gastronomie is ook ‘au rendez-vous’ zoals men het in Frankrijk zegt. De meest bekende herberg om te eten of zelfs te overnachten is La Mère Poulard, in het hart van het kleine dorp. Het restaurant opende aan het eind van de 19e eeuw en het meest bekende gerecht is sindsdien de omelet waarvan het recept angstvallig geheim wordt gehouden. De omelet kreeg zelfs wereldfaam.


La Mère Poulard aan de Hoofdstraat

La Mère Poulard aan de Hoofdstraat




Wanneer je over de A84 rijdt heb je de keuze tussen met een snelheid van 130 kilometer per uur doorrijden of toch de afslag nemen en even, heel even, een paar uurtjes maar, die granieten rots beklimmen om dit wonder te ontdekken dat werd gecreëerd door zowel de natuur als de mens.


Vanuit de hoogte

Vanuit de hoogte



Overnachten dichtbij Mont Saint-Michel of onderweg ernaar toe?

Via Tussenstop.com kan je eenvoudig een hotel, b&b of camping boeken. Wees er snel bij want het is razend populair.